(Dick van Zijderveld is geen inwoner van Nieuwegein, maar wel nauw betrokken bij diverse literaire activiteiten in Nieuwegein en voormalige (hoofd)redacteur van het Nieuwegeinse literaire tijdschrift OpSpraak)
Wie ik ben
Na mijn studie sociologie heb ik enkele jaren onderzoek gedaan. Daarna heb ik gewerkt als redacteur en voorlichter. Pas aan het begin van deze eeuw ben ik begonnen met het schrijven van fictie. Inmiddels heb ik verschillende verhalen en romans gepubliceerd.
Verder ben ik (hoofd)redacteur geweest van de literaire tijdschriften OpSpraak en Azra magazine. Ik heb verschillende keren meegedaan aan Nieuwegeins Peil en de KunstGein Atelierroute. Ook ben ik betrokken geweest bij de organisatie van enkele themabijeenkomsten van de Tweede Verdieping en KunstGein.
Mijn werk heeft veelal een magisch-realistische inslag.Vaak lijken de gebeurtenissen te botsen met de zichtbare dagelijkse realiteit. De vraag wordt gesteld of er zoiets bestaat als „lot” of „bestemming”.
Waarom ik ben gaan schrijven
Op de middelbare school droomde ik er al van schrijver te worden. Ik schreef een paar verhalen in de schoolkrant; later schreef ik vooral onderzoeksverslagen en informatieve of wetenschappelijke artikelen. Van „literair schrijven” kwam heel lang weinig.
Tot iemand mij eens de suggestie deed „iets aan kunst te gaan doen”. Dit wekte mijn „persoonlijke muze”. Ik bekwaamde me in de ambachtelijke kanten van het schrijven en ging me richten op het schrijven van fictie. Een schrijver van wie ik veel geleerd heb, is Hubert Lampo. Door zijn boeken heb ik „leren kijken”, en geleerd dat schrijven verder kan gaan dan een beschrijving van het „dagelijks realisme”. Maar er zijn natuurlijk veel meer schrijvers die ik hoogst waardeer.
Mijn manier van werken
Schrijven is experimenteren en onderzoeken. De schrijver gaat op avontuur in een onbekende wereld – en hoopt dat de lezer die herkent. Al schrijvend onderzoek ik ideeën, omstandigheden, theorieën, terwijl ik tegelijkertijd de lezer wil boeien met een goed verhaal. Schrijven is ook genieten, van de tekst die onder mijn handen ontstaat, van het werken met de taal.
Schrijven is communiceren. Enerzijds gaat het natuurlijk om individuele expressie, anderzijds is, voor mij althans, het schrijfproces pas geheel voltooid als het resultaat ervan gelezen wordt.
Schrijven is geconcentreerd werken. Ik moet de rust vinden om in een „stroom” te geraken. Het beste werkt voor mij om met een vaste regelmaat te schrijven. De inspiratie komt gewoonlijk wel. Blijft die uit, dan ligt er meestal nog wel een onderzoeksklus voor een verhaal. Vaak helpt muziek om in een stroom te geraken. Onderwerpen hoef ik niet te zoeken, ze dienen zich meestal vanzelf aan; het is belangrijk altijd goed te kijken, je open te stellen voor het mogelijk verhaal. Meestal heb ik een aantekenboekje bij me om invallen of observaties te noteren.
Dit alles maakt schrijven belangrijk voor me. Schrijven is leuk en bevredigend, ik wil een onderhoudend verhaal vertellen, maar de lezer ook ideeën in overweging geven die verder gaan dan de „dagelijkse oppervlakte”.
Mijn schrijftip voor anderen
De belangrijkste: als je wilt schrijven, een (vaag) idee hebt: wacht niet op inspiratie, ga gewoon aan de slag. Maak geen fouten: plaatsen die je beschrijft moeten kloppen; tijdsverlopen moeten realistisch zijn. Tenzij de „fout” bedoeld, dus geen fout, is.
Om aan het schrijven te blijven kan het helpen om met jezelf af te spreken om elke dag, of enkele keren per week, te gaan schrijven. En: kijk overal goed om je heen, noteer invallen.
Mijn boeken
- Achterhaald verleden – roman (2014)
- Een jonge vrouw uit Vierhouten en andere verhalen – verhalenbundel waarin opgenomen de eerder verschenen bundel Late lente (2017)
- Doedelzakspel – roman (2020)
Tip: lees ook het interview met Dick van Zijderveld: ‘Lezen geeft je meer dan een goede film‘.